Foto: NLRugbyshots

Ongeveer rond dezelfde tijd dat ik begon met rugbyen, was een Nederlandse grensrechter bij het voetbal overleden nadat supporters hem in elkaar hadden geslagen. Op het veld hoorde ik dat ik niks tegen de ref mocht zeggen, in het nieuws had ik een voorbeeld van een overvloed aan geweld. Dat was het moment dat ik het snapte: respect voor de ref is van levensbelang, voor ons beiden. Vorige week was de week van de scheidsrechter. Een belangrijk moment om de scheidsrechters, of “refs”, gebruikelijker binnen de rugby, in het zonnetje te zetten. 

In de wereld van de contactsporten heeft de ref namelijk een belangrijke rol, en dat is binnen de rugby niet anders. In principe is rugby geen gevaarlijke sport, maar een ref is wel hard nodig om de verschillende fases veilig en leuk te houden. Veiligheid binnen de rugby is gegarandeerd doordat er bepaalde regels zijn waar je je aan moet houden. Zo mag je iemand nooit boven de schouders tackelen en moet je tijdens rucks de controle houden door op je voeten te blijven staan. Dit klinkt simpel, maar spelers kunnen tijdens wedstrijden zodanig opgaan in het moment, dat er toch overtredingen plaatsvinden. Dan is het goed dat er gefloten wordt, om het spel stil te leggen en nog gevaarlijkere situaties te voorkomen. 

Natuurlijk zijn er momenten genoeg dat ik zin heb om rugby uit te leggen aan de ref, of dat ik het oneens ben met de beslissing die hij/zij maakt. Maar ik heb ook geleerd dat dat voor niemand leuk is en bovendien kan ik die energie beter in het spel steken, want uiteindelijk is de ref toch degene die besluit, of ik het er nu mee eens ben of niet. Dat is ergens ook juist één van de vele charmes van het rugby. Zo is het relatief makkelijk en vooral erg leuk om wedstrijden te fluiten. 

Het respect voor de scheidsrechter is erg diep gegrond in de rugby cultuur. Zo zijn het alleen de team- en scrum captains die met de ref mogen praten. Zij zullen dit ook alleen maar doen op rustige momenten tijdens de wedstrijden, en niet in het heetst van de strijd. Maar ook captains zijn mensen, en soms verliezen zij hun beheersing ook weleens. Dan zijn er vaak andere spelers, de coach of zelfs de tegenstander die captains aan “respect voor de ref” mogen herinneren. Tijdens professionele wedstrijden die op tv worden uitgezonden zie je dan vaak andere spelers zich verontschuldigen voor hun captain, om vervolgens de captain mee te nemen, weg van de ref en terug naar het team. 

Aan het einde van de wedstrijd wordt er vaak op het veld een zogenaamd poortje gemaakt. Spelers van het ene team gaan tegenover elkaar staan zodat er een erehaag gevormd wordt voor de tegenstander. Als alle spelers door de erehaag zijn gegaan, sluiten ze aan en staat er een poortje van twee teams. “Drie hoeraatjes voor de ref!” wordt er geroepen en iedereen antwoord met “hiep hoi, hiep hoi, hiep hoi”. Als de ref bekend is bij één van de teams heeft hij/zij wel pech, want dan doen de spelers meestal nog een poging om diegene zijn broek omlaag te trekken. 

Nu is de vergelijking met voetbal snel gemaakt. En toegegeven, het voorbeeld uit de inleiding is (gelukkig) een extreme. Naderhand heeft de KNVB ook een campagne opgezet om meer respect in de sport te brengen. Daar haal ik als speelster stiekem wel wat trots uit, dat we in de rugby geen campagnes nodig hebben. Respect voor de ref is zo diep ingeworteld in de cultuur dat je het overal terugziet en bovendien is het essentieel voor het spel.

– Nienke